Beleidskader 2017-2020 Beleidskader 2017-2020
van de Protestantse Gemeente te Leeuwarden (PGL)
 
I. ACHTERGROND EN POSITIONERING PROTESTANTSE GEMEENTE TE LEEUWARDEN.
 
De Protestantse Gemeente te Leeuwarden (PGL) is voortgekomen uit de Hervormde gemeente Leeuwarden en de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden. Na een jarenlange samenwerking in federatief verband als Protestantse Gemeente te Leeuwarden in wording (PGL i.w.), is de fusie per 1 januari 2017 gerealiseerd. Het decennium daarvoor werd gekenmerkt door een langdurig intern conflict over de uitvoering van het herstructureringsplan ‘Op koers komen’. Kern van het geschil betrof het aanvechten van het besluit van de Algemene Kerkenraad welke kerkgebouwen moesten worden afgestoten. Uiteindelijk heeft dit erin geresulteerd dat in Leeuwarden in het najaar van 2015 door de Classis Leeuwarden een Protestantse gemeente van bijzondere aard is ingesteld, waartoe een kleine 300 leden uit het federatief verband zich hebben bekend en uitgeschreven zijn uit de PGL i.w..

Er is onmiddellijk daarna een tweetal trajecten binnen de PGL i.w. ingezet , te weten het formele fusietraject en daarnaast een bezinningstraject . Het laatste traject beoogde het verstoorde gemeenteleven en de Protestantse Gemeente in Leeuwarden zowel beleidsmatig, structureel als financieel nieuw elan in te blazen: investeren in enthousiasme en in de toekomst.

Naast de Protestantse Gemeente te Leeuwarden en de eerder genoemde Protestantse gemeente van bijzondere aard kent de stad Leeuwarden nog een tweetal zelfstandige protestantse gemeenten, te weten de Protestantse Gemeente te Goutum c.a. en de Protestantse Gemeente te Leeuwarden-Huizum.

De periode vanaf najaar 2015 tot de fusie kende de PGL i.w. een vijftal wijkgemeenten (waarvan vier gefedereerd en één hervormd ) die tamelijk onafhankelijk van elkaar functioneerden en activiteiten organiseerden. Beleidsmatige samenhang was onvoldoende aanwezig. Dit beleidskader tracht richting te geven om die samenhang beter tot stand te doen komen, waarbij de eigen ‘kleur’ van de wijkgemeente (vastgelegd in het beleidsplan van de wijkgemeenten) overigens niet wordt aangetast.

De wijkgemeenten waren geografisch begrensd. Die geografische indeling was weliswaar overzichtelijk maar sloot niet meer aan op de praktijk van alledag. Naast het gegeven dat die structuur het organiseren van wijk-overstijgende activiteiten lastig maakte, kiezen mensen meer en meer hun wijkgemeente op basis van eigen voorkeuren. Bovendien beschikten de wijkgemeenten niet allemaal meer over een eigen kerkgebouw, hetgeen heroriëntatie op de structuur noodzakelijk maakt.

De PGL kiest er in dit verband voor om bij de fusie per januari 2017 het kerkelijk leven te organiseren in en vanuit drie ‘kernen’: de kerkgebouwen de Grote Kerk, de Fontein en de Schakel. Deze drie ‘kernen’ hebben elk hun eigen kleur en sfeer. Die komen met name tot uitdrukking in de vieringen die ín de respectievelijke gebouwen worden gehouden. Gemeenteleden zijn aangesloten bij één van de vijf wijkgemeenten. Daar waar nog door meerdere wijkgemeenten gebruik wordt gemaakt van hetzelfde kerkgebouw (i.c. de Grote Kerk) wordt gestreefd naar verregaande vormen van samenwerking, zo mogelijk uitmondend in de vorming van één wijkgemeente.

De gevolgen van het jarenlang slepende conflict en de uiteindelijke uitkomst daarvan heeft voor de PGL i.w. ook (nadelige) financiële gevolgen gehad. De situatie na de fusie biedt de gelegenheid om op middellange termijn tot herstel van een gezonde en solide financiële situatie te komen.

Met een voor de gemeenteleden herkenbaar beleid van de PGL als geheel en haar onderscheiden wijkgemeenten, een duidelijke structuur binnen de gemeente en een gezonde financiële situatie wil de Algemene Kerkenraad van de PGL tijd en ruimte scheppen om als gemeente in alle geledingen, in- en extern, bezig te zijn met waartoe zij geroepen is: werken aan het Koninkrijk van God!

II. VISIE EN MISSIE

De PGL wil in dit eerste beleidsplan nadrukkelijk inzetten op ‘het vergezicht’: hoe willen we kerk zijn in de toekomst, en hoe kunnen we, gegeven de verscheidenheid in de gemeente en de wijze waarop mensen bij de kerk betrokken zijn, de gemeente vormgeven?

De kerk is er niet voor zichzelf. De kerk is er ook niet om de leden enthousiast te maken voor de kerk. De kerk is er om mensen enthousiast te maken voor God en zijn schepping. ‘Enthousiasme’ komt van de Griekse woorden ‘en theoi’ (‘in God’) en betekent letterlijk: een situatie waarin de menselijke geest is doordrongen van het Heilige (of: de Heilige, God). De core-business van de kerk is om een instrument te zijn in Gods Koninkrijk dat mensen helpen wil en kan om enthousiast te worden: mensen te worden die hun geest en hart voluit willen openzetten voor God, en die vanuit en met dit enthousiasme ook hun medemensen op het spoor van God kunnen en willen brengen.

De kerk gelooft dat daar waar haar leden enthousiast worden, zij de wereld intrekken en zich willen inzetten voor hun omgeving en voor de wereld waarin zij leven, en wil hen daarbij helpen.

De sleutel om een bloeiende, groeiende en (financieel) gezonde gemeente te zijn ligt daarom uiteindelijk niet in de (nieuwe) structuren of een betere organisatie, en ook niet in het doen van een (financieel) appel, maar in het enthousiasme. De eerste en belangrijkste taak van de PGL is dan ook om hier prioriteit aan te geven. Het bevorderen van dit geestelijk enthousiasme zal dan ook richtinggevend zijn voor het opstellen en de inhoud van de beleidsplannen van de wijkgemeenten én in de contacten tussen en met de gemeenteleden.

III. UITGANGSPUNTEN BELEIDSKADER PGL 2017-2020

0. ALGEMEEN

Het beleidskader 2017-2020 is het eerste van de PGL na een voor de PGL i.w. bepaald moeizaam verlopen decennium. Het is daarom nadrukkelijk een beleidskader op hoofdlijnen en geen tot in detail besproken en vastgesteld beleidsplan. Veel zal de komende tijd nog verder moeten worden uitgewerkt en ontwikkeld.

Uiteraard mag het kader geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met elementaire bepalingen uit de kerkorde zoals die nu nog van kracht is. Gedurende de periode waarvoor het beleidskader geldt, zal wel de ontwikkeling van het rapport Kerk 2025 nauwlettend worden gevolgd om - indien gewenst voor en passend bij de ontwikkeling van de PGL - tussentijds tot aanpassing van het kader te kunnen besluiten.

Bepalend voor het kerkelijk leven zoals dat wordt gevierd en uitgedragen binnen de PGL is het werk in en van de wijkgemeenten. De Algemene Kerkenraad richt zich daarom vooral op het faciliteren van die wijkgemeenten in de uitvoering van hun eigen beleidsplannen. De verhouding tussen de stedelijke beleidskaders/-plannen enerzijds en die van de beleidsplannen van de wijkgemeenten anderzijds, zal in de komende periode daarom tenminste jaarlijks worden geëvalueerd.

Nadere uitwerking van de organisatie van de PGL en de interne afspraken die bij de start van de fusie per 1 januari 2017 gelden zijn neergelegd in een Plaatselijke Regeling (Bijlage 1).

1. HET KERKELIJK LEVEN IN DE WIJKGEMEENTEN

Het kerkelijk leven is opgebouwd rond de drie kerkgebouwen de Grote Kerk, de Fontein en de Schakel (in het plaatselijk taalgebruik is zoals eerder gezegd sprake van ‘de drie kernen’). De vijf wijkgemeenten maken gebruik van één van de drie kerkgebouwen en fuseren z.s.m. na de stedelijke fusie tot formele protestantse wijkgemeenten. Het al eerder in gang gezette samenwerkingsproces van de wijkgemeenten die gebruik maken van de Grote Kerk (Rondom de Grote Kerk, Fenix/Goede Herder en Adelaar-Regenboog) wordt verder uitgebouwd om zo mogelijk al in 2017 uit te monden in één wijkgemeente.

Leden van de gemeente zijn vrij te kiezen voor de wijkgemeente waartoe zij wensen te behoren (er blijft op grond van de kerkorde wel sprake van geografische wijkgrenzen, zodat gemeenteleden in principe horen bij de wijkgemeente waarin zij wonen) .

Het pastoraat wordt georganiseerd vanuit de wijkgemeente met dien verstande dat de eerder genoemde drie samenwerkende wijkgemeenten dit in gezamenlijkheid organiseren. Elke wijkgemeente beschikt over tenminste één predikant. Aanvulling met (parttime) predikanten of kerkelijk werkers kan al naar gelang de omvang van de wijkgemeente dit toestaat. De norm voor een full-time predikantsplaats/kerkelijk werker is (mede op grond van eisen van solvabiliteit) gesteld op 1000 zielen. Daar waar een wijkgemeente naar het oordeel van de Algemene Kerkenraad een kritische ondergrens dreigt te bereiken om als zelfstandige wijkgemeente te kunnen blijven voortbestaan, kan zij het initiatief nemen om met de betreffende wijkgemeente in gesprek te gaan over haar toekomst.

Pastores besteden naast het werkzaam zijn in de eigen wijkgemeente een deel van hun werktijd aan activiteiten ten behoeve van de gemeente als geheel. Dit kunnen zowel bestuurlijke, adviserende als vertegenwoordigende activiteiten betreffen.

De formatie predikanten/kerkelijke werkers is bij de start van de PGL niet in lijn met de omvang van de wijkgemeenten. Er zal daarom door de zittende pastores in overleg met het College van Kerkrentmeesters een voorstel tot herverdeling/flexibilisering van inzet van predikanten en kerkelijk werkers worden ontwikkeld dat er toe moet leiden dat zo spoedig mogelijk (en binnen de termijn van dit beleidskader) de personele formatie in lijn is gebracht met de omvang van de wijkgemeenten.

Het moderamen van de Algemene Kerkenraad neemt op zich om in dit verband de voor- en nadelen van het verbinden van predikanten en kerkelijk werkers aan de PGL dan wel aan wijkgemeenten in kaart te brengen om met de uitkomsten daarvan een optimale inzet van pastores tot stand te kunnen brengen.

De erediensten vallen in beginsel onder de directe verantwoordelijkheid van de wijkgemeenten. Dat betekent dat de wijkgemeenten de diensten vormgeven, passend bij de eigen ‘kleur’. Er zijn echter ook situaties waarbij de PGL een gezamenlijke dienst houdt. Te denken valt daarbij aan de dienst op Hemelvaartsdag. In die gevallen zal de Algemene Kerkenraad de (eind)verantwoordelijkheid dragen.

Elke wijkgemeente dan wel samenwerkingsverband van wijkgemeenten kent de functie kerkmusicus. Naar mogelijke inzet, omvang en positionering doet het College van Kerkrentmeesters nader onderzoek om gedurende de periode waarvoor dit beleidskader is opgesteld in overleg met de wijkkerkenraden verantwoord tot aanstelling over te kunnen gaan.

Ten behoeve van het kerkelijk leven in de wijkgemeente zijn diverse commissies en taak- of werkgroepen actief. Deze groepen zullen actief door de respectievelijke kerkenraden worden gestimuleerd en ondersteund. Er zijn echter ook kerkelijke activiteiten/initiatieven die zich beter lenen om gezamenlijk als PGL te worden georganiseerd c.q. gecoördineerd. De taken van het eerder genoemde College van Kerkrentmeesters en van het College van Diakenen zijn als zodanig al te beschouwen. Maar naast deze formele colleges zijn ook andere taakvelden beter te organiseren via een gemeente-brede aanpak. De PGL neemt zich daarom voor gemeente-brede commissies in het leven te roepen voor tenminste de taakvelden ZWO, Kerk in de stad, Vorming en toerusting, Jeugdwerk en Catechese. Elke commissie maakt vervolgens een eigen beleidsplan met begroting en legt die voor aan de Algemene Kerkenraad. De samenstelling van de commissies bestaat uit vertegenwoordigers van de (betreffende taakgroep van de) wijkgemeenten. Instelling van deze commissies laat onverlet dat desbetreffende taakgroep in de wijkgemeente in stand kan blijven.

Voor de verdere toekomst zijn aanvullende gemeente-brede commissies denkbaar voor andere activiteiten (b.v. ouderenwerk, PR en publiciteit, gebedsgroep, etc.). Aanvullende commissies worden ingesteld op basis van consensus tussen de (taakgroepen van de) betreffende wijkgemeenten, zoals nu al de Commissie Kerk en Kunst en de Commissie Kerkmuziek.

2. DE KERKELIJKE BESTUURSORGANEN

De Algemene Kerkenraad

De Algemene Kerkenraad heeft tot taak het bevorderen van het gemeenteleven binnen de PGL en faciliteert/ondersteunt daartoe de wijkkerkenraden. Gelet op de ervaringen in de periode dat de PGL een gefedereerde status kende en het gegeven dat het (de kerkelijke activiteiten van) de wijkgemeenten zijn die het bestaan van de PGL rechtvaardigen, is het streven er op gericht de samenstelling van de Algemene Kerkenraad qua aantal leden zo beperkt mogelijk te houden. Uiteraard zullen ook hier de minimumvereisten zoals in de kerkorde vastgelegd, worden gerespecteerd.

Naast de wijkgemeenten zijn het College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen in de Algemene Kerkenraad vertegenwoordigd. Samenstelling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de beide kerkordelijk ingestelde colleges volgen de bepalingen van de kerkorde en zijn overigens vastgelegd in de Plaatselijke Regeling.

De Algemene Kerkenraad kent een moderamen met een rechtstreeks benoemde voorzitter en scriba.

De Algemene Kerkenraad heeft verder tenminste tot taak het beleid van de PGL vast te stellen, de jaarlijkse/meerjaren begrotingen zoals ingediend door College van Kerkrentmeesters en het College van Diakenen goed te keuren en de jaarrekeningen van deze colleges vast te stellen, alsmede de beleidsplannen van de wijkgemeenten goed te keuren.

De Algemene Kerkenraad kan zich overigens bij zijn werkzaamheden te allen tijde op afroep doen bijstaan door vertegenwoordigers van de diverse gemeente-brede commissies.

De wijkkerkenraad
 
De wijkkerkenraad bestaat uit: voorzitter, scriba en vertegenwoordigers vanuit de ambten zoals kerkordelijk voorgeschreven (dus pastor(es), ouderlingen en diakenen). De raad pleegt periodiek overleg met de afgevaardigden van de diverse taakgroepen binnen de wijkgemeente.

De wijkkerkenraad is belast met inhoud en vormgeving eredienst en verantwoordelijk voor het wijkpastoraat en alle overige wijkactiviteiten. De wijkkerkenraad stelt daartoe een eigen beleidsplan vast en is verantwoordelijk voor inrichting en beheer van de wijkkas.

De wijkkerkenraad stelt ten behoeve van het kerkelijk leven in de wijk taakgroepen in.
 
3. DE FINANCIELE AANGELEGENHEDEN

Verantwoordelijk voor inrichting en uitvoering van het financiële beleid is het College van Kerkrentmeesters. Zij ontwerpt daartoe (meerjaren)begrotingen en stelt de jaarrekeningen op.

Er is bij de start van de PGL helaas nog sprake van een tekortbegroting. Op grond van de meest recente meerjarenbegroting (Bijlage 2) is er in uiterlijk 2020 sprake van een sluitende begroting. Daarbij heeft het College van Kerkrentmeesters dan ook gerealiseerd dat de personele omvang aan pastores in overeenstemming is met de ‘níeuwe’ norm.

Het College van Kerkrentmeesters onderzoekt in hoeverre de wijkkerkenraden in de beleidsplanperiode grotere financiële bevoegdheden/verantwoordelijkheden kunnen worden toegekend ten behoeve van het functioneren van de wijkgemeente en rapporteert over zijn bevindingen uiterlijk april 2017 aan de Algemene Kerkenraad.

Ook gaat het College van Kerkrentmeesters in samenspraak met de wijkkerkenraden nut en noodzaak van de bestaande vorm van administratieve en beheersmatige ondersteuning na, dit in het licht van de herstructurering van de PGL. Uitgangspunt is het op verantwoorde wijze komen tot een neerwaartse bijstelling. Het resultaat van dit onderzoek alsmede voorstellen tot aanpassing worden voor de zomer van 2017 ter besluitvorming aan de Algemene Kerkenraad voorgelegd.

4. DE ONROERENDE GOEDEREN

De PGL beschikt over een zestal kerkelijke gebouwen: de Grote of Jacobijnerkerk (rijksmonument), de Waalse Kerk (rijksmonument), de Fenix, de Adelaar, de Fontein en de Schakel. De kerkgebouwen Adelaar en Fenix zijn al enkele jaren geleden onttrokken aan het kerkelijk gebruik en in de verkoop gezet. De opbrengst van deze gebouwen zal worden toegevoegd aan de algemene middelen van de PGL. Verkoop is voorzien in 2017 resp. 2018.

Met betrekking tot de beide rijksmonumenten Grote Kerk en Waalse Kerk wordt nagegaan of het onderbrengen daarvan in een (al dan niet kerkelijke) stichting verstandig is.

Met de gebruikers van de drie kerkgebouwen (in casu de respectievelijke wijkkerkenraden) zal vanuit het College van Kerkrentmeesters worden overlegd op welke wijze de wijkgemeenten kunnen bijdragen in een gezonde(re) exploitatie van de gebouwen.

Naast de kerkelijke gebouwen heeft de PGL nog enkele pastorieën en het kerkelijk bureau in bezit.
Het College van Kerkrentmeesters onderzoekt in hoeverre de baten tegen de kosten opwegen en doet waar nodig voorstellen tot aanpassing/afstoting.
 
terug